Bourscheid Hougeriicht – Hooggerechtshof
In de 15e of 16e eeuw vond er in Bourscheid een heksenproces plaats, met beschuldigingen van duivelse pacten en samenzweringen tegen Gods schepping. Dit duistere hoofdstuk weerspiegelt een belangrijke periode van heksenjacht in Luxemburg, gevoed door sociale onrust, economische strijd en angst voor een mysterieuze sekte van heksen.
Op het kruispunt van de 15e en 16e eeuw was het rustige landschap van Bourscheid, Luxemburg, getuige van een schrijnende episode: het beroemde heksenproces voor het Hooggerechtshof van Bourscheid. De documenten die bewaard zijn gebleven in Schmidtburg, vlak bij Gemünden in het Duitse district Hunsrück, vertellen een duister verhaal dat zich ontvouwde tijdens de rechtszaak, toen zes mensen werden beschuldigd van hekserij.
De beschuldigingen, georkestreerd door de heerlijkheid Bourscheid, schetsten een sinister beeld van geheime pacten met de duivel die de weg vrijmaakten voor de ondergang van Gods schepping en de heerlijkheid zelf. Op bevel van de heerlijkheid werden de beschuldigden aan de schandpaal genageld en onderworpen aan harde ondervragingen om bekentenissen af te dwingen. Getuigenissen en zogenaamde bewijzen werden nauwkeurig onderzocht door het hooggerechtshof. Na een grondig examen velde de rechtbank haar vonnis. Uiteindelijk ondergingen twee vrouwen, één uit Michelau en de andere uit Kehmen, het gruwelijke lot om levend verbrand te worden op de heuvel van het hooggerechtshof.
Tussen 1560 en 1683 werd het hertogdom Luxemburg het toneel van een ware heksenjacht die vele slachtoffers eiste. De heksenjacht, die plaatsvond tijdens een tumultueuze periode van economische depressie, pest en religieuze conflicten, leidde tot 2500 tot 3000 processen, waarvan er minstens 2000 eindigden in executie.
Het geloof in een geheime sekte van heksen die samenzweren tegen Gods schepping had terrein gewonnen, gevoed door publicaties en preken. Iedereen kon beschuldigd worden, van echtgenoten tot buren, in een sfeer van angst en spanning. Heksenprocessen werden vaak opgestart door de bevolking en gesteund door de autoriteiten.
In Luxemburg werden de processen vergemakkelijkt door een mix van seculiere rechtbanken en officiële acties. De gemeenten ontwikkelden methoden zoals de heksenbelasting om deze processen te financieren. De beschuldigden, die gedwongen werden om te bekennen, werden vaak gemarteld, wat resulteerde in een breed scala aan straffen, van de brandstapel tot verbanning.
Ondanks pogingen van de provinciale overheid om een einde te maken aan de misstanden, bleef de heksenjacht bestaan. De Franse bezetting in 1684, bij decreet van Lodewijk XIV, maakte uiteindelijk een einde aan de processen, waarmee een duister hoofdstuk in de geschiedenis van het hertogdom Luxemburg werd afgesloten.
Niet alleen heksen stonden terecht voor het hooggerechtshof van Bourscheid. Volgens de legende wist een man, die bekend stond om zijn vele misdaden, te ontkomen totdat hij werd betrapt op het stelen van 500 gram meel. Als straf werd hij veroordeeld tot ophanging aan het hooggerechtshof. Interessant is dat er een achterpoortje bestond waarbij een veroordeelde aan de dood kon ontsnappen als hij een vrouw bereid vond met hem te trouwen en ze samen naar het buitenland verhuisden. Een unieke maas in het rechtssysteem!