Kanoën, duiken, genieten van de natuur
Kalm water of bruisende golven: aan de Moezel en het Obersauer stuwmeer zijn er vele mogelijkheden voor watersport. Het kan er bijna meditatief zijn, maar ook wild en spectaculair.
Het in de jaren '50 als drinkwaterreservoir aangelegde stuwmeer kronkelt als een reusachtige slang door het smalle dal. Soms lijkt het hier een Noors landschap, op andere plekken heeft het veel weg van een eindeloos, Canadees meer. “Wie wil, kan hier echt lange afstanden afleggen”, vertelt kanogids Christoph: “De toer naar Pont Misère in het Westen is een dagtrip, negen kilometer in één richting.” Of je daarvoor een kajak neemt of een kano is een kwestie van smaak. De boottypes hebben een verschillende vaartechniek: bij de kajak gebruik je een dubbelbladige peddel, in een kano – ook wel Canadese kano genaamd – een enkelbladige peddel. Beide technieken heb je snel onder de knie, bovendien is het meer een ideale oefenplek – ook omdat hier geen motorboten varen.
Het stuwmeer ligt ongeveer een uur rijden noordwestelijk van Luxemburg-stad en is het grootste meer in een straal van 50 kilometer. Op zonnige weekends zijn de mooie plekjes aan de met gras begroeide oevers en de zwemplekken in Lultzhausen, Liefrange en Insenborn snel bezet. Bij het kanoën merk je daar niet zoveel van. Door het regelmatige geplons, de concentratie op het gelijkmatig bewegen van de peddels en door de blik op het water en de golven ben je binnen de kortste tijd helemaal in je element. “Wat ik aan watersport zo heerlijk vind, zijn die rustmomenten – vooral als je 's morgens vroeg start. Er hangt nog een beetje mist boven het water, de zon is net opgegaan”, vertelt Christoph. Wie met de kano, kajak of een SUP-board op het meer onderweg is, geniet ook nog van een andere vrijheid: “Met de boot kom ik op plekjes, die je lopend of met de auto helemaal niet kunt bereiken – en ik kan een geweldige picknickplaats uitzoeken.”
De brede zijarm van het Obersauer stuwmeer is honderden meters lang en heeft veel weg van een fjord. Bij iedere bocht wordt hij smaller en eindigt tenslotte als een smalle beek. Christoph keert met zijn groep om en legt voor een pauze bij een rots op de oever aan. De gids tovert uit een waterdichte ton een campinggasstel, een koffiekan – en geurige, verse croissants.