„Hier past toch nooit een heel dorp in“, vindt Emil. Ik leg hem uit dat de huizen vroeger niet zo groot waren als nu. Er waren bijvoorbeeld minder kamers. Meestal leefden de mensen en dieren onder één dak.
„Nou ja, onze hond Bella woont ook bij ons in huis“ zegt Emil. „Nee, sukkel, daarmee bedoel ik bijvoorbeeld koeien of varkens“. Emil trekt zijn neus op.
„Waarom ligt er eigenlijk maar aan één kant een wal?“, vraagt Emil. Ik neem Emil bij de hand en breng hem naar een vooruitstekende rotswand: „Hier kan een vijand niet zo gemakkelijk naar boven komen. Alleen als ‘ie heel goed kan klimmen.“
„Ja, zoals Spiderman“, roept Emil enthousiast.
Wij lopen door. Onderweg denken we erover na wat voor sporen uit het verleden verder nog in de grond te vinden zijn. Emil wijst op een heuvel: „Is dat gewoon een heuvel of zit daar ook een spannend verhaal achter?“