„Maar die heet zo“, zegt Mia, „de rots is vernoemd naar de hoed van een zekere mijnheer Napoleon.“ Ik doe mijn ogen dicht en probeer mij een hoed voor te stellen. Het lukt me niet. De vorm herinnert mij eerder aan iets anders. Maar wat dan? Even nadenken. De rots ziet eruit als een paddenstoel. Ik zeg tegen Mia waar de rots voor mij op lijkt.
„Waar zie jij een paddenstoel?“, vraagt Mia. Ik teken met een handen de vorm van een paddenstoel. Mia is niet overtuigd.
„Ik heb nog nooit een paddenstoel in de vorm van een knol gezien“, voegt ze toe.
„Jawel hoor!“, roept mama van achter ons. Zij legt uit dat paddenstoelen verschillende vormen kunnen hebben. Truffels zijn bijvoorbeeld knollen.
„Lekker puh!“, roep ik naar Mia.
Mia zucht en loopt weg. Na een paar minuten komt ze weer terug.
„Het is een meteoriet. Die is miljoenen jaren geleden op de aarde gevallen“, legt ze trots uit. Dat klinkt spannend. Samen verzinnen we een verhaal daarover.
„Er was een hele harde knal. Overal was groen meteorietenstof. “ Mia knikt enthousiast. Wij onderzoeken de rotsen van dichtbij. De hele rots is vol met kleine gaatjes. De gaatjes zijn vast en zeker door het inslaan van de meteoriet veroorzaakt. Wij laten het aan mama zien. Zij slaat haar handen voor haar gezicht en lacht: „Dat is mos en geen meteorietenstof.“