Op het spoor van zweet en staal

In 1997 zijn de hoogovens stilgelegd. Bezoekers kunnen echter nog altijd een Minett-toer door deze wereld maken. Je kan bijvoorbeeld in Esch-Belval beginnen. Waar vroeger de hoogovens rookten, biedt de universiteit nieuwe hoop op succes. Er wordt lesgegeven in moderne gebouwen en er komen steeds nieuwe vakgebieden bij – in de geneeskunde, letteren of informatica. Maar tussen de ivoren torens van de universiteit zijn nog altijd de hoogovens te zien. Ze zijn met veel moeite gerestaureerd om ze voor de toekomst te behouden. En ze zorgen voor een heel bijzondere sfeer. Bezoekers kunnen tijdens een rondleiding de ‘hoogoven A’ beklimmen en van het uitzicht over de campus genieten. Binnenkort zal hier het hoofdkantoor van ‘Esch 2022’ gevestigd zijn. Want Esch wordt in 2022culturele hoofdstad van Europa.

Net als in het dorpje Lasauvage, dat zijn naam te danken heeft aan een ‘wilde vrouw’, die in een grijs verleden hier zou hebben geleefd. Enerzijds heeft ze mensen de schrik op het lijf gejaagd, maar anderzijds is ze, afhankelijk van de versie van de sage, ook genezeres geweest.

Later, toen de ‘wilde vrouw’ allang gestorven was, woonden er arbeiders in Lasauvage, die exclusief voor de ondernemer graaf Fernand de Saintignon in zijn mijnen werkten. Er kwamen huizen, een school, en er ontstond een druk gemeenschapsleven. In 1978 sloot de laatste mijn. Nog steeds laat een kleedkamer met douches en haken aan het plafond zien hoe honderden arbeiders na hun dienst het stof en vuil van zich afgespoeld hebben.